In de Alkmaarder Hout, tegenover Westerlicht, nestelen veel blauwe reigers.
In de Alkmaarder Hout, tegenover Westerlicht, nestelen veel blauwe reigers.
De reigers (Ardeidae) zijn een familie van vogels uit de orde van roeipotigen. De familie telt bijna 70 soorten.
De meest voorkomende reigersoort in Nederland en België is de blauwe reiger. Ook de grote zilverreiger, kleine zilverreiger, purperreiger, roerdomp, woudaap en kwak komen in Nederland en België voor. De groene reiger en de ralreiger worden soms als dwaalgast waargenomen.
De blauwe reiger
Deze reiger verblijft het hele jaar door in Nederland. De blauwe reiger heeft een donkere kuif een lange witte nek en een lange oranje snavel.
De blauwe reiger is een alleseter. Men vindt hem vaak aan het water. Zijn prooi zoals vissen, kikkers en palingen slaat hij in één keer naar binnen. Bij het verkrijgen van voedsel toont de blauwe reiger veel geduld. Hij kan langere tijd achter elkaar op een klein gebied jagen op bijvoorbeeld muizen en mollen. Hij staat zo stil als een standbeeld om dan ineens toe te slaan met zijn lange oranje snavel.
De blauwe reiger broedt vanaf maart tot en met mei, meestal in kolonies. Dit kunnen ook kolonies van verschillende reigersoorten bij elkaar zijn. Hun rommelige maar stevige nesten zijn vaak te vinden aan de waterkant in de toppen van oude bomen. Een blauwe reiger bouwt niet ieder jaar een nieuw nest maar verschillende jaren achter elkaar wordt hetzelfde nest gebruikt. De eieren van de blauwe reiger zijn groot en blauwgroen van kleur. Het broeden duurt ongeveer 30 dagen en gebeurt om beurten door zowel het mannetje als het vrouwtje. Als de jongen uit het ei komen worden zijn ze grijs van kleur. Jonge reigers hebben zo’n vijftig dagen nodig voor ze in staat zijn om te vliegen.